kunst en kunstenaars in en uit de Krimpenerwaard

gedichten Teus Stouthart

 

Afscheids gedicht, 

Verleden… tijd 

Ik was niet altijd mijzelf of gewoon een van u 
nee, 
soms schreef ik mijn angst hier weg, lengde de dagen 

gevangen in dat virus, de desolate wereld
toont zijn schaduw kant… 
en ik, verdwaalde vreemdeling in het verstilde land 

schreef toch voor wie het wilde lezen 
spiegelde uw ziel 
In de droom komt de werkelijkheid dicht bij… 

maar aarzelt ook de gedachte 
twijfel stuwde weerloze letters naar woorden
vormde het geweten van onrust in tijd 

maar dan veegde ik de last van schouders en besefte,
in het klossen van goudgele klompen rust vrede
een polder, ach 

daar was ik thuis, ademde de vreugdevolle wind
in stilte van u houden 
een snaar die trilt
 
 bemind...

Mijmeringen
 

Er zijn erge dingen op de wereld.
De algehele crisis,
Wilfred Genee
of je bent de vrouw van Andre Hazes jr.


Dat is erg


Je kan ook Dave Roelvink heten.
U weet wel,
ie omhooggevallen inktvlek
die Lamborghini`s leent
en verbouwt..


Dat is erg


Of je staat al een poosje op je standbeeld
als Hollandse Held !
Al lange tijd je zaakjes voor elkaar,
proberen ze je omver te trekken
gelijk een pensioenfonds...


Dat is erg


Nee, dan kun je maar beter in een polder
wonen. Je leunt eens tegen een wilg
plukt een witte wolk uit de hemel
en graast in groen gras je lijfspreuk
doe maar gewôôn das gek genogt...
verder niets


Straks ga ik nog eens in de sloot plassen
mijmerend


wie het verste kompt..


Is dat erg...

Zag dit
in het licht van een
vergeten dag


schrijdt schoonheid
langs blauwe
hemels


rijkdom rijkt
uit nevel
melk en honing


tekent
wij verschillen
ltijd


wij...rimpelen


verschoond


verstild
 

Papa

Je hoofd onder een glas
doorzichtig
we kijken er naar…
 

kunnen er niet bij, rijgen
radeloze letters
in stilte aan papier
 

de berusting rust
in ogen van verleden
je weet het…
 

verheft de liefde
boven het kruis
in vrede
 

Een vlinder sterft
geen
heldendood
 

Nooit…
 

maar zwerft op
vleugels van papier
naar de verlichte stad…               

We hebben allen de advertentie gelezen 
zagen het verdriet in de 
witregel… 


Naakt, 


Ineens was ons geluk 
verbruikt 


Liggen we dan, naakt 
trilt de duisternis 


van verdriet er vallen 
sterren uit een hemel 


Dit zou ons toch nooit 
gebeuren ? 


Of toch… 


Kun je verdriet ook weggeven 
als je hoofd schreeuwt 


in tranen, wij proeven het 
zout tussen onze lippen


en drinken, drinken de jaren 
van verstand… 


verdwaasd plakken we 
sterren aan de hemel 


uit een verdronken 
land…

Wij


hijsen hier nog zeden op het schild 
in het gewoon das gek genoeg 
je bin wie je bin, niks anders 


Het oor bewaart ook wat het hoort 
verstild van wat het geleende oog bleef zien 
achter een gordijn leeft alles… 


We slaan wel moderniteit aan diggelen 
met zweetvlekken onder oksels 
tillen u op uit een cadans… 


nog een zegen 


Geen nijdige vrouwen met geblondeerd 
haar die zweten om een lakstift 
tegen teloorgang 


Nee, we snijden het brood nog tegen de borst 
en bier reinigt de slaap het werk 
en geweten 


Grazend gras strijkt een wereld glad 
de boer moet het land op 
ploegt, altijd 


Er komt geen vuilniswagen langs…

De boerensloot
 

Rimpelt in trage lome
tred tijdloos naar
een hemel


zonlicht schuifelt langs
vers geknipt hooi
de horizon voorbij


en wij
kanten de wal
eeltige handen zweten


Hier liegt een waarheid niet…
een koe droomt gedachten naar een ruimte


Oh,  toch nog èèn blaaskaak
de kikker die zijn kroos~t  
toe kwaakt


zwaait met wat wind


we verdwalen in verlangen
houden ons hart vast


alle regels zijn wit
de dood onbestaand…      

Verloren liefde


Jij


Zullen we weer verkering krijgen
gewoon, zomaar
er woont zo`n schreeuw in mij


Ik heb altijd van je gehouden…altijd
dat kan ik toch zeggen
als witte sneeuw…


Ik duw de schaamte van mijn lichaam
we laten de dood de dood
stappen over op een glimlach


Ik reinig die dwaling in mijn verstand
we rapen onze adem op
buitelen…


en drinken vergulde honing in
ons nieuw gekroonde
land…


Jij…


Ik…